Naar inhoud springen

Wilhelm Mohnke

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Wilhelm Mohnke
Wilhelm Mohnke
Geboren 15 maart 1911
Lübeck, Duitse Rijk
Overleden 6 augustus 2001
Damp, bij Eckernförde, Duitsland
Rustplaats Begraafplaats Ortsteil Rahlstedt, Hamburg, Duitsland[1]
Land/zijde Vlag van Duitsland tijdens de Weimarrepubliek Weimarrepubliek
Vlag van nazi-Duitsland nazi-Duitsland
Onderdeel Allgemeine-SS
SS-Verfügungstruppe
Waffen-SS
Dienstjaren 1931 - 1945
Rang
SS-Brigadeführer en Generalmajor in de Waffen-SS
Eenheid 4.SS-Standarte
1 november 1931[2][3] -
Januari 1932[4][5]
1./I./22.SS-Standarte[4][2][3]
Januari 1932[5]
SS Stabswache Berlin
17 maart 1933[4][5]
Führerreserve/SS-Personalhauptamt
10 februari 1945[6] -
22 april 1945[4][7]
Bevel 2./Sonderkommando Berlin[2]
2 augustus 1933 -
7 oktober 1933[4][8]
3./II./LAH[4][2]
2./II./LAH
13 april 1934 -
Oktober 1934[4]
5./I./LAH
II./LAH
28 mei 1940 -
6 april 1941[4]
SS Panzer Abt LSSAH
1 februari 1942[3] -
16 maart 1942[4]
SS Ersatz Btn LAH[6]
21 juni 1943[4]
SS Pz Gre Rgt 26[6]
12 september 1943 -
19 augustus 1944[4]
1. SS-Panzer-Division Leibstandarte-SS Adolf Hitler[4]
20 augustus 1944 -
6 februari 1945[7]
Kampfgruppe Mohnke
22 april 1945[9] -
8 mei 1945
Verteidigungs-Abschnitt "Z" Rijkskanselarij
23 april[10] - 2 mei 1945[11]
Slagen/oorlogen Tweede Wereldoorlog
Onderscheidingen Zie decoraties
Ander werk Lid Hilfsgemeinschaft auf Gegenseitigkeit der ehemaligen Angehörigen der Waffen-SS e. V. (HIAG)[4]
Portaal  Portaalicoon   Tweede Wereldoorlog

Wilhelm Mohnke (Lübeck, 15 maart 1911 - Damp, bij Eckernförde, 6 augustus 2001) was een Duitse officier en SS-Brigadeführer (brigadegeneraal) en Generalmajor in de Waffen-SS. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog was hij een van Hitlers laatst overgebleven generaals. Hij maakte diens laatste dagen in de Führerbunker van dichtbij mee en was aan het eind van de oorlog verantwoordelijk voor de verdediging van het regeringsdistrict in Berlijn.

Op 15 maart 1911 werd Wilhelm Mohnke Als een zoon van een meester-meubelmaker geboren in de hanzestad Lübeck. Van zijn zesde tot zijn vijftiende levensjaar ging hij naar de middelbare school in Lübeck. Hij verliet deze onderwijsinstelling met het diploma voor het hoger secundair onderwijs. Alleen de dood van zijn vader zorgde ervoor dat een verdere leergang niet meer mogelijk was. Mohnke ging als leerling werken in de detailhandel voor glas- en porseleinen waren. Na drie jaar ging hij bij een andere groothandel in dezelfde branche werken. Mohnke werkte voor een half jaar als bedrijfsleider in een filiaal in Güstrow. In maart 1932 verloor hij zijn baan door gebrek aan werk.[3]

Mohnke werd in september 1931 lid van de NSDAP en sloot zich een paar maanden later ook aan bij de SS. Gedurende de Tweede Wereldoorlog dienden zijn brigades in de strijd op de Balkan en in Frankrijk. Mohnke raakte bij verschillende geallieerde aanvallen ernstig gewond, onder andere aan zijn voet en zijn gehoor werd beschadigd.

Ondanks zijn verwondingen maakte de relatief jonge Mohnke snel carrière. In 1944 werd hij bevorderd tot SS-Brigadeführer (brigadegeneraal). Nadat hij bij acties van zijn brigade in Hongarije wederom gewond geraakt was, werd hij begin 1945 door Hitler benoemd tot commandant van de verdediging van de Rijkskanselarij in Berlijn.

Op 20 april 1945, de verjaardag van Hitler, kwam Berlijn voor het eerst onder artillerievuur te liggen. Generaal Helmuth Weidling was de commandant voor de verdediging van Berlijn en Mohnke was verantwoordelijk voor de verdediging van het regeringsdistrict. Samen beschikten ze naar schatting over 250.000 militairen, terwijl het Rode leger met meer dan twee miljoen man al voor de poorten van Berlijn stond. Ondanks de vooraf al kansloze missie verdedigde Mohnke zijn district met hand en tand. Zelfs nadat zijn district geheel omsingeld was door de Russen, volgde hij Hitlers bevel op nooit te capituleren en kwamen er bij langdurige straatgevechten enorm veel soldaten en burgers om het leven.

Na de zelfmoord van Hitler, op 30 april 1945, probeerde Mohnke Berlijn te ontvluchten. Terwijl een deel van zijn manschappen nog doorvocht, verliet hij op 1 mei de Führerbunker, samen met een aantal anderen, waaronder Hitlers secretaresse Traudl Junge. Op 2 mei werd de groep door het Rode leger opgepakt. Hij werd gevangengenomen en op 10 oktober 1955 vrijgelaten.[6] Na zijn vrijlating werd hij autodealer. Wilhelm Mohnke overleed in 2001 op negentigjarige leeftijd.

Lange tijd is alsnog geprobeerd Mohnke te kunnen berechten voor oorlogsmisdaden zoals begaan tijdens de massamoord van Wormhout maar deze pogingen zijn mislukt, waardoor hij een redelijk vredig leven wist te leiden. In de eerste jaren van de oorlog zou hij Britse en Canadese krijgsgevangenen hebben laten executeren. Wegens gebrek aan bewijs lukte het niet Mohnke daarvoor veroordeeld te krijgen.

Mohnke was volgens geruchten misschien ook wel de enige die uitsluitsel kon geven over het lot van Hermann Fegelein, de zwager van Eva Braun. Hitler gaf Mohnke in de laatste dagen van de oorlog de opdracht Fegelein te berechten wegens verraad. Betrokkenen beweren dat Mohnke degene was die Fegelein persoonlijk heeft geëxecuteerd. Mohnke is dat altijd blijven ontkennen.

Hij verklaarde na afloop van de oorlog tegenover journalist James O’Donnell het volgende:

Adolf Hitler gaf me de opdracht een tribunaal op te zetten dat ik zelf moest gaan voorzitten. Ik besloot dat de beschuldigde (Fegelein) het recht had berecht te worden door een tribunaal dat bestond uit hoge officieren. De leden waren de generaals Wilhelm Burgdorf, Hans Krebs, Johann Rattenhuber en ikzelf. Op dat moment hadden we de intentie een rechtszaak te gaan houden. Het tribunaal vond plaats in een kamer in de buurt van mijn commandopost. Wij, de militaire rechters, namen plaats aan de tafel met het Duitse handboek voor militaire tribunalen voor ons. Toen we wilden gaan zitten, begon aangeklaagde Fegelein zich op zo’n woeste manier te gedragen dat de rechtszaak niet plaats kon vinden. Hij was stomdronken en keek vreemd uit zijn ogen. Fegelein betwistte de rechtsgeldigheid van het tribunaal en bleef roepen dat hij alleen maar verantwoording schuldig was aan Heinrich Himmler, en aan niemand anders dan Himmler. Ook niet aan Hitler. Hij weigerde zichzelf te verdedigen, trilde enorm en bibberde terwijl hij constant schreeuwde en vloekte. Hij haalde zelfs zijn penis uit zijn broek en begon op de vloer te urineren.

De situatie was onmogelijk. Aan de ene kant was het – gebaseerd op het beschikbare bewijs, inclusief zijn eigen verklaring – duidelijk dat deze trieste officier gedeserteerd was. Aan de andere kant was het duidelijk voorgeschreven dat geen enkele Duitse soldaat berecht kon worden indien deze niet voldoende helder van geest en lichaam was, teneinde het aangevoerde bewijs te kunnen aanhoren. Ik bekeek de voorschriften nogmaals en overlegde met de andere rechters. Volgens ons was Hermann Fegelein niet in staat om voor het tribunaal te staan, hij kon letterlijk niet eens meer staan. Daarop sloot ik de procedure. Ik droeg Fegelein over aan SS-generaal Rattenhuber en zijn veiligheidsdienst. Ik heb de man daarna nooit meer gezien.” (O’Donnell, The Bunker, 1978)

Mohnke bekleedde verschillende rangen in zowel de Allgemeine-SS als Waffen-SS. De volgende tabel laat zien dat de bevorderingen niet synchroon liepen.

Datums Allgemeine-SS Waffen-SS
1 november 1931[4][2][12] SS-Anwärter
16 november 1931[4][2][12] SS-Mann
5 maart 1932[4][2][12][3] SS-Scharführer
9 maart 1933[4][2][12][3] SS-Truppführer
28 juni 1933[4][13][2][12][3] SS-Sturmführer
1 oktober 1933[4][13][2][12][3] SS-Sturmhauptführer
1 september 1940[14][2][12][3]
SS-Sturmbannführer der Reserve (W-SS)
21 juni 1943[4][15][2][12][6]
SS-Obersturmbannführer der Reserve (W-SS)
21 juni 1944[4][16][12][6]
SS-Standartenführer der Reserve (W-SS)
4 november 1944[4][17][12][6]
SS-Oberführer der Reserve (W-SS)
30 januari 1945[4][17][12] SS-Brigadeführer Generalmajor in de Waffen-SS

Lidmaatschapsnummers

[bewerken | brontekst bewerken]

Selectie:

  • (de) Militaire passpoort van Mohnke.